Heb je het ook meegemaakt? Je kind heeft een klas overgeslagen of misschien wel twee klassen. Of twee leerjaren in één jaar gedaan, verkorte leertijd dus. Gewoon omdat het nodig was, naast de uitdaging in de plusklas. Heb je toen goed nagedacht over het langetermijneffect van het versnellen? Hoe gaat het nu met je kind? Als je het mocht overdoen, zou je het dan weer op deze manier doen? Vind je dat de school jou en je kind hierin goed begeleid heeft? Zou je andere ouders aanraden om hun kind te laten versnellen op de basisschool?
Ervaringsdeskundige
Ik heb het als ouder zelf meegemaakt. Mijn kind leerde sneller dan het gemiddelde kind. De school beschikte nog niet over een versnellingsbeleid. Maar er moest toch echt iets gebeuren om school nog leuk voor haar te houden, ondanks de extra uitdaging in de plusklas. Mijn gesprekken met de intern begeleider en de klassenleerkracht verliepen heel goed. In goed overleg werd besloten een klas over te slaan. De intern begeleider trad op als procesbewaker op school en ik hield het thuis goed in de gaten. We hadden regelmatig voortgangsgesprekken. Mijn kind en ik heb hebben hier nooit spijt van gehad. Zij doet het heel goed in het voortgezet onderwijs.
Versnellen altijd een succes of toch niet
Ik hoor weleens verhalen dat het versnellen toch niet altijd zo een succes is. Kinderen belanden erg jong (jonger dan 11 jaar) op het voortgezet onderwijs en vinden door hun leeftijdsverschil soms geen aansluiting bij de rest van de klas. Sommige kinderen geven zelfs aan dat ze gepest worden, omdat ze kleiner zijn dan de andere kinderen. Ook wordt er door docenten niet altijd rekening gehouden met hun jonge leeftijd. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het lezen van verplichte literatuur of samen met de klas naar een bepaalde film kijken die eigenlijk bedoeld is voor 12 jaar en ouder.
Het langetermijneffect van versnellen
Een collega-student van mij, Yvonne Vink-Eeltink (2017), heeft onderzoek gedaan naar het langetermijneffect van versnellen. Dit onderzoek heeft zij gedaan tijdens haar studie als talentbegeleider bij Novilo opleidingen. Na bestudering van verschillende literatuur en uitgebreid veldonderzoek, komt zij tot een aantal aanbevelingen om het versnellingsbeleid tot een succes te maken. Vanuit het bronnenonderzoek is er een vragenlijst tot stand gekomen om de oud-versnellers te interviewen.
In eerste instantie is het onderzoek van mijn collega-student bedoeld om het versnellingsbeleid binnen de organisatie waar zij werkzaam is, te herijken. Doch blijkt dat haar aanbevelingen ook door andere scholen gebruikt kunnen worden om hun beleid te herzien.
Wat kan een school o.a. doen om een versnelling tot een succes te maken?
- neem “de Versnellingswijzer” van School aan Zet op in het protocol
- wijs binnen je school een mentor en/of coach aan. Deze zorgt voor structurele evaluatiemomenten en is tevens procesbewaker, ook ten tijde van de overstap naar het voortgezet onderwijs.
- zorg ervoor dat een vervroegde doorstroming breed wordt gedragen door alle partijen (leerling, ouders, leerkrachten).
- zorg dat goede voor- en nazorg wordt gerealiseerd.
Vooroordelen ten aanzien van versnellen
Yvonne Vink-Eeltink (2017) waarschuwt dat er vooroordelen bestaan ten aanzien van versnellen. Zo zou het bijvoorbeeld altijd slecht zijn voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Ook zouden zij hiaten krijgen die niet meer op te vullen zijn. Vink (2017) heeft in de praktijk gezien dat er leerlingen waren die juist een stuk gelukkiger waren geworden direct na een versnelling. Zij voelden zich beter thuis in de nieuwe, hogere groep. Zij voelden zich veilig genoeg om zich kwetsbaar op te stellen, geen angst voor gezichtsverlies, het mogen falen leek gemakkelijker en het leren-leren werd “natuurlijker” opgepakt. Vink (2017) is van mening dat als er sprake mocht zijn van versnellen, dit dan zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan te doen, bijvoorbeeld groep 3-4. Hiaten bij onder andere schrijven en gymmen mogen hierin geen belemmering zijn. Als tip geeft zij om eens te kijken op het forum van Choochem.
Conclusies na bronnenonderzoek
Yvonne Vink-Eeltink (2017) komt na haar uitgebreide bronnenonderzoek over het wel of niet versnellen tot de volgende conclusies:
- er bestaat geen “blauwdruk” voor wel of niet versnellen. Kinderen zijn “levend materiaal”, elk kind, school, leerkracht, ouder of begeleider is anders en samen moet men achter het besluit staan, of dit nu wel of niet versnellen betekent. Het is maatwerk.
- wanneer je “niets doet”, kunnen er meer problemen op zijn of haar pad gaan komen. Dit kan op de korte termijn zijn , maar zeker ook op de lange termijn.
- “iets doen” betekent je kwetsbaar opstellen, loslaten van de reguliere structuur van het onderwijs. Is dit passend (lees: voldoende), kan ook alleen de tijd leren.
- “iets doen” moet een weloverwogen beslissing zijn, alle partijen moeten deze beslissing dragen en de capaciteiten hebben om te reflecteren en bij te sturen. Een ingezet traject moet geëvalueerd en bijgestuurd worden. Mocht men tot versnellen overgaan dan moet er een goed tijdpad afgesproken worden voor reflectie, evaluatie en bijsturing.
Tot slot
Waar er ook voor wordt gekozen, versnellen moet met voorzichtigheid worden benaderd!
Ben je een ouder, vraag dan naar het versnellingsbeleid van de school en blijf in gesprek met de school. Zorg bij de overstap dat het voorgezet onderwijs op de hoogte is van de versnelling op de basisschool. Vergeet niet te luisteren naar wat je kind ook hierover te zeggen heeft. Ook haar of zijn mening telt.
Bronnen:
BCO adviesraad (2013-2014). Versnellingswijzer van School aan zet.
Bets en Neihart: leerlingprofielen aangeleverd door Novilo.Profiel van “de aangepaste succesvolle leerling”.
Desain, Carla; artikel “Verschillende leeftijden in een kind”.Uit tijdschrift Talent jaargang 16, no.3 april 2014.
Drent, Sylvia van ( 2012). Passend onderwijs voor begaafde leerlingen. Uitgever: Van Gorcum.
Gerven, Eleonoor van, (2009) Handboek hoogbegaafdheid, Uitg.: Van Gorcum
Koenderink, Tijl ( 2015). Talentbeleid en klassenmanagement in de praktijk.Uitgever: Novilo bv – Venlo
Molen, Willeke v.d. (2005): Omgaan met hoogbegaafde kinderen in de basisschool. Uitgever: Garant
Recensie “De schoolleiding en leren zichtbaar maken.”Vernooy, Kees; Basisschool management 02/2014.
Webb, James T. (2013). De begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Uitgever: Van Gorcum.
www.choochem.nl
Comments